Het is van belang bij patiënten met COPD tijdig de palliatieve fase te herkennen en te markeren. Markeren van de palliatieve fase – en inherent daaraan andere zorgdoelen – vraagt van zorgverleners een wezenlijk andere benadering van hun patiënten. Het gaat om zorg waarbij kwaliteit van leven en (uiteindelijk) kwaliteit van sterven voorop staat. Het tegen elkaar afwegen van de voor- en nadelen van zorg en behandeling en de waarden, wensen en zorgbehoeften van patiënt en naasten, in het licht van kwaliteit van leven en sterven, is hierin leidend. Bij ziekten met een grillig beloop zoals COPD is het tijdig herkennen en markeren van de palliatieve fase niet altijd even makkelijk.
Er zijn triggers die zorgverleners helpen stil te staan bij de vraag of een patiënt met COPD misschien wel in de palliatieve fase zit. Wees bewust van deze triggers:
Een goed moment voor markeren is bij een ziekenhuisopname voor een longaanval (zowel voor de 1e als voor de 2e lijn kan dit een goed moment zijn), tijdens de grote visite, bij het voorbereiden van de poli of spreekuur of tijdens een PaTz-overleg te bekijken welke patiënt wellicht in de palliatieve fase zit.
Noteer in het dossier expliciet dat een patiënt in de palliatieve fase zit, ga het gesprek aan met patiënt en naaste, communiceer met andere betrokken zorgverleners en stem de zorg en behandeling ook met hen af. Zorg voor de volgende vervolgstappen: